Het verhaal begint in 1810 wanneer Nicolas Schlumberger, eigenaar van een textielbedrijf, 20 hectare grond met wijnstokken koopt. In 1920, na 50 jaar Duitse bezetting, WOI en de crisis met de druifluis, besluit Ernest Schlumberg de Guebwiller-wijngaard te redden en koopt hij 140 hectare met wijnstokken. Eric Beydon-Schlumberger plant in 1970 de hele wijngaard opnieuw aan en zet het wijnhuis internationaal op de kaart. Tegenwoordig zorgen twee generaties voor de wijngaard: Alain Beydon-Schlumberger en Thomas en Séverine Schlumberger.
Maar liefst 4 Grand Cru's
De Domaines Schlumberger maken alleen wijn van hun eigen oogst, waaronder 4 Grands Cru’s verspreid over meer dan 65 hectare, de helft van de wijngaard. De nieuwste Grands Cru’s zijn Kitterlé, Kessler, Spiegel en Searing.
De wijnstokken staan op zeer steile hellingen en geven een beperkte opbrengst, 50% minder dan het regionale gemiddelde. Daarvoor werkt een team van twee metselaars het hele jaar door aan het onderhoud van de 50 km lange muren van de in terrasvorm aangelegde wijngaard.
In de kelder zijn er 120 grote vaten waarin het sap wordt opgevangen voor de alcoholische gisting. Daarna moeten de wijnen een aantal maanden rusten in de thermo-gereguleerde roestvrijstalen vaten.